De focus op intellectueel eigendom belemmert het opzetten van spin-offs
Auteur: Martin Luten, Belgisch octrooigemachtigde, Europees octrooigemachtigde, Nederlands octrooigemachtigde, Partner
Constantijn van Oranje stelde afgelopen week in zijn reactie (FD,14 mei) op de opiniebijdrage van emeritus hoogleraar Gerard van Beynum over kennisvalorisatie (FD, 6 mei, https://lnkd.in/e6GbCCnK) dat een spin-off nooit zal vliegen als een universiteit een te grote claim op het intellectueel eigendom (IE) legt. Daar heeft hij natuurlijk een punt.
Wij werken als octrooigemachtgden met verschillende universiteiten en zien in de praktijk dat de aanpak tussen universiteiten verschilt als het om het vastleggen en vervolgens delen van IE gaat. Bij sommige verloopt het proces (te) stroperig of is er sprake van besluiteloosheid. Dat botst in de samenwerking met de industrie, waarbij snelheid vaak geboden is. Andere universiteiten gaan juist wel voortvarend te werk.
Maar Van Oranje stelt ook: “Intellectueel eigendom is niet veel meer dan bescherming tegen je concurrentie. Het heeft weinig invloed op het succes van een bedrijf”. Het lijkt erop dat Van Oranje vindt dat intellectueel eigendom net zo goed niet hoeft te worden vastgelegd, althans buiten de biotech. Dat zou zelfs beter zijn. Ik kan me echter moeilijk voorstellen dat hij dat echt vindt.
Allereerst is voor de meeste innoverende bedrijven het competitieve voordeel allesbepalend voor het succes van het bedrijf. Stel dat je als spin-off een nieuw medisch apparaat hebt ontwikkeld. Als een concurrent dat eenvoudig en zonder repercussies kan namaken, overleeft de spin-off dat niet, nog daargelaten dat het waarschijnlijk ook al geen funding had weten aan te trekken. Zoals Rick Bonants ook aangeeft in zijn opiniebijdrage (FD, 14 mei, https://lnkd.in/ekEV-FtK) is IE voor industriële partners en investeerders een vereiste voor samenwerking en funding.
Is het IE wel beschermd dan leidt het concurrentievoordeel in de regel ook tot hogere winstmarges en een groter marktaandeel. Daarnaast kunnen inkomsten uit het IE worden gegenereerd door afgifte van licenties, franchising of verkoop van rechten.
Ook is voor het verkrijgen van subsidies vaak IE nodig of helpt het om een subsidieaanvraag te onderbouwen. Verder gelden er in Nederland en veel andere landen fiscale regelingen die innovatie beogen te stimuleren. IE is daarbij niet altijd noodzakelijk, maar helpt wel om te onderbouwen dat bedrijfsactiviteiten gericht zijn op innovatie.
Zonder IE is er geen innovatie. Afraden om IE te vestigen, mocht Van Oranje dat propageren, gaat dus te ver. Van Oranje heeft wel gelijk wanneer hij stelt dat een te grote claim op het IE door een universiteit als een molensteen om de nek van een spin-off kan hangen. Het zou goed zijn als alle partijen zich ervan laten doordringen dat om te vermenigvuldigen je moet kunnen delen.
Neem contact met ons op.
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met ir. Martin Luten – Arnold & Siedsma (arnold-siedsma.nl)